TO DO: even helemaal niks

4 juni 2021

Oude patronen. Wat is het makkelijk om daarin terug te vallen. Een To Do list met bovenstaande titel heb ik nog nooit gehad. En had ik dat maar eens gedaan, want inmiddels weet ik niet eens meer hoe ‘niks doen’ moet.

Drie jaar geleden kreeg ik een burn-out. Drie jaar klinkt als een lange tijd. Maar de gevolgen van een burn-out treffen mij nog steeds dagelijks. De afgelopen jaren ben ik via een soort Mario Kart rainbowroad-weg naar 2021 gekomen. Niet omdat het zo geweldig was als een regenboog. Maar wel zo kleurrijk, hectisch en verlichtend. Én met een grote, spannende afdaling.

Als structuurfanaat en plannerjunkie leef ik van To Do lists. Ik adem ze basically dagelijks in, zet alle vakjes open in mijn hoofd en ben van ’s ochtends tot ’s avonds aan het afvinken. Het geeft een stukje orde, rust en… Komt ‘ie weer… Structuur. Het is een hele fijne manier om te leren je agenda op orde te houden, die veel van ons tijdens de studietijd waarschijnlijk hebben meegekregen. Maar wat je niet word geleerd, is hoe je een To Do list leeghoud.

Na de burn-out moest ik weer opnieuw beginnen. Letterlijk, want zo voelde het echt precies: alsof ik alles opnieuw moest leren. Zo ook met To Do lists werken. Ik vond eigenlijk vrij snel een manier die fijn was voor mij en langzamerhand begon ik de lijstjes aan te vullen. Terwijl ik met de gesprekken met mijn psycholoog en fysiotherapeut steeds meer leerde over wie ik ben en waarom ik dingen doe, ging ik in het dagelijks leven doodleuk door met de dingen die ik daar moest afleren. Dingen die mij juist de burn-out hebben opgeleverd.

En dan zak je verder weg in je oude gewoontes en voelt het soms alsof ik terug ben bij af. Gelukkig herinnert mijn lieve man me er dan aan hoe ver ik gekomen ben en na een paar tranen raap ik mezelf op en ga ik er weer voor. Want dat is ook wel weer een heel fijn gevoel. Maar toch vallen die oude patronen weer terug op hun plaats, terwijl een burn-out toch juist zo leerzaam hoort te zijn?

‘Niks doen’ past niet meer in mijn vocabulaire. Ik heb een half jaar lang niks gedaan tijdens mijn burn-out. Letterlijk niks. En dat vond ik ver-schrik-ke-lijk. Ik denk dat ik dat van mijn moeder heb. Die heeft de dag voordat ik geboren ben nog een fietstochtje van 10 kilometer gemaakt. Rustig aan doen omdat je zwanger bent? Doe niet zo gek! Als ongeboren baby maakte ik al mee hoe ik nooit stil kon zitten.

Maar wat ik wel weet is dat stilzitten en niks doen een vorm van ontspanning is. Ontlading, de dag vergeten en even met wat anders bezig zijn. Iets wat onze hersenen net zo hard nodig hebben als brood en water (denk ik). En dat voel ik de laatste weken steeds meer aan mijn lijf. De stress die ik van mijn werk heb, kan ik nergens kwijt en na twee uur series kijken voel ik me schuldig dat ik mezelf niet ‘nuttig heb gemaakt’. Hoe ga ik dit in hemelsnaam combineren?!

Ik kan je het antwoord al vertellen: ik heb geen idee. Nee, oprecht, ik ben er nog niet achter. Maar ik voel steeds meer motivatie om er wel achter te gaan komen. Ik ben toe aan een leven met slow living, genieten van de kleine dingen en per dag leven. En dat kan ik ook, vast en zeker. Maar niet alleen. Daarom ga ik na 1,5 jaar weer in therapie. Om te leren hoe ik van mijzelf kan houden, voor mijn lijf (en hoofd) moet zorgen en om alle angsten, paniek en onzekerheden te tackelen.

En man, wat heb ik dan zin om niks te doen.